"mei 2011"
 April
2011
 
Juni
2011
Zondag 1
Rond half acht hoor ik de hond weer. Janarie komt aangelopen en maakt los. Ik kleed me aan. We varen op het gemak naar Pontoise, de eerst volgende sluis, daar maken we weer vast want het is 1 mei, Dag van de arbeid en de sluizen zijn dan dicht. Even later zie ik twee personen een verboden invaartbord ophangen met daaronder de tekst “manifestation nautique”. We kijken elkaar aan en besluiten door te varen. Verderop liggen blijkbaar een aantal skiffs al klaar voor een wedstrijdje. Langzaam maken ze verontwaardigd plaats voor ons en we pruttelen door. Een official maant ons nog langzamer te varen. Nog langzamer, we staan al bijna stil met die 700 toeren! We worden al snel door de skiffs ingehaald en varen we midden in de wedstrijd. Een flink stuk verder is blijkbaar een keerpunt want de eersten komen al weer terug. Het wordt daarna gelukkig wat minder druk om ons heen. Janarie heeft nog gezocht naar het bijbehorende Avis, maar kan het niet vinden. Door Conflans, daar is het markt, een gezellige drukte. Ik vaar langs de afgemeerde woonschepen, altijd wat te zien. Dan de l' Oise op. Ik moet soms even bewegen en ik ga dan buiten staan, naast de stuurhut, lekker in de zon en een beetje wind door mijn haren. We maken vast voor de sluis. Eerst lunch en daarna wil Janarie een van de gasolietanks schoonmaken. Beide tanks zijn bijna leeg en we gooien de diesel-olie van de ene in de andere. Ik maak het mangatdeksel los, een flink aantal bouten moeten los gemaakt worden. Janarie veegt de laatste diesel met een rubberen schraper in de aftappot en maakt de tank verder schoon. Veel roest deeltjes, verder weinig smurrie of bacterie drab. Het deksel kan er even later weer op. Dan staat het blauwe bord nog te wachten, dat ging gisteren niet meer uit, omdat de stuurhutdeur open stond. De stang waaraan de elektromotor trekt, staat flink krom en ook het ophangpunt van de motor is ontzet. Beide buigen we weer recht en het bord komt weer fier overeind. Tijd voor ontspanning, ik loop eens naar de sluis. Het zijn er drie, de eerste uit 1835! Eind 1800 de tweede en in 1970 ong (!?) de derde, voor grotere duwstellen. De eerste is daarbij buiten gebruik gesteld. Veel wandelaars langs de waterkant, fietsers en skeelers. Ik kom Janarie op skeelers tegen op de terug weg, met de kinderen. T kan hem niet bijhouden en ze loopt met mij mee terug. Ik ga op de warme luiken liggen, in de zon, op een handdoek, heerlijk. Ik doezel wat weg. Ik hoor het agregaat aanspringen, Janarie hangt de jetski in de kraan. Dat wordt een waterspektakel. De kinderen staan opgetogen in het gangboord. T wil graag mee en staat klaar met zwemvest. Ze is niet bang en zwaait opgetogen naar mij als zij met Janarie voorbij stuift. Ze wordt toch flink door elkaar geschud als de jetski over de golven stuitert. Als Janarie dan nog expres extra golven maakt, hoor ik haar vragen om nog een keer en dat is natuurlijk niet tegen dovemansoren gezegd. Op een gegeven moment vindt ze het blijkbaar genoeg en komt ze zich bij mij, onder mijn handdoek, opwarmen. Haar onderkaak is blauw van de koude. Het spel breidt zich uit tot het nat maken van de kinderen in het gangboord, die worden steeds natter. Grote lol. Als ook die bij mij komen zitten kan Janarie het blijkbaar niet nalaten om ons, op de redelijk hoge luiken, flink onder te sproeien. Ik ben zeiknat! Gelukkig had ik mijn werkkleding nog aan dus die kan wel uit. De kinderen vinden het natuurlijk prachtig, dolle pret. Dan is het etenstijd. Ik ga op tijd naar bed, ik heb de hele dag al hoofdpijn en een schorre stem.

Maandag 2
Als ik op mijn mobieltje naar de tijd kijk is het al kwart over negen. Even later roept Henny door de intercom dat het ontbijt klaar staat. Met z'n allen aan tafel, dat gebeurt niet zo vaak. Blijkbaar is de sluis inderdaad in staking, Janarie is vanmorgen nog wezen kijken maar zeker vandaag wordt de sluis niet bediend. Wanneer wel is niet bekend. Wat gaan we doen vandaag? Janarie stelt het smeren van de boegschroef en de kraan voor. Verder kunnen we misschien een agregaat olie verversen en filter vervangen, maar dat blijkt nog niet nodig. Het doorsmeren duurt niet zo lang. Een volgende actie zou het schoonmaken van de achterpiek zijn maar dat blijkt toch een te groot project voor op een maandagmiddag. Beneden wordt druk gespeeld met de racebaan en de dino's. Ik besluit naar Pontoise te lopen. Ik mag brood meenemen als ik een bakker tegen kom, oke! Langs de Oise, onder het bladerdak van platanen loop ik onder de brug van de autoweg door. Verder op kan ik schuin terug kijken naar de restanten van de eerste (spitsen-)sluis. Er ligt een bootje in de opening maar halverwege de voormalige sluis ligt gewoon een berg grond, met gras begroeid. Beetje jammer. Weer verderop kan ik schuin terug kijken op de nieuwe hydraulische stuw. Ik ontwaar nog een oude staander van de oude “mobiele” stuw. Deze staat een beetje troosteloos aan de kant, wat aan het zicht onttrokken door het nog frisse nieuwe beton en blinkende metalen delen van de nieuwe stuw. In Pontoise zijn ze aan het werk met de beschoeiing: Een bord legt uit dat ze het toerisme willen stimuleren en er worden drijvende aanlegsteigers aangelegd tussen de spoor- en de verkeersbrug. Ik steek de Oise over, over de brug naar de overkant. Blijkbaar is Pontoise vroeger een versterkte plaats geweest: een flinke steile heuvel rijst voor me op en steile trappetjes leiden naar boven. Boven op lijkt een kasteeltje te staan. Naar boven dus een soort toegangsboog nodigt mij uitdrukkelijk uit, maar daar achter loopt het meteen dood. Ik sta aan de achterkant van een rij huizen die met hun achtergevel bijna tegen de vrijwel recht omhoog rijzende bergwand aan staan. Terug de straat op en linksom een weggetje omhoog. Al snel win ik hoogte en heb ik uitzicht over de rivier. Mijn boven benen protesteren, jeetje, hoger dan dat ik dacht. Boven is een kasteeltuin, nog open ook, met daarin een fraaie kasteelachtige villa. Perfect uitzicht, best grote stad. Ik geniet van het uitzicht en de geluiden van beneden. Dan terug naar beneden. Weer de protesterende bovenbenen. Een “Boulanger artisanal” is gesloten op maandag. Aan de overkant kom ik een tweede tegen. Naast baquettes en croissants verkopen ze ook crepes, met suiker, erg lekker. Op de terugweg begint het zachtjes te regenen, onder de platanen blijft ik redelijk droog. Terug op het schip vraagt T of ik een spelletje wil spelen. Het “binnenvaartspel” komt uit de kast. Na een wat trage start, komen we een beetje op gang. het lijkt een beetje op monopolie. Een schip kopen en een charter aannemen (tegen betaling), vracht vervoeren en daarmee geld verdienen, reizen plannen, gasolie bunkeren, enz. Janarie houdt er hele strategieën op na, ik werk meer op de korte overzichtelijke termijn. De warme maaltijd be-eindigt abrupt het spel. Ondertussen hebben steeds meer schepen rondom ons aangemeerd, er liggen er nu al zeven. Twee liggen met de kop tegen een van de sluisdeuren aan?! Dat voorspelt veel goeds, weten zij meer dan wij?

Dinsdag 3
Ik heb op tijd mijn wekker gezet en om zes uur sta ik buiten op de steiger naar de sluis te kijken of de sluislichten aanspringen, ik kan dan net over de andere schepen heen kijken. De buurman van de duwboot met duwbak naast ons komt ook uit zijn roef en waggelt (het is een echt dikke man) door zijn gangboord. Een van de witte maltezer hondjes wiebelt er achter aan. Hij denkt blijkbaar ook dat de sluis open gaat. De trap op naar de stuurhut is blijkbaar een hele onderneming. Hijgend komt hij boven aan en het duurt even eer hij de stuurhutdeur heeft geopend. Vermoeid gaat hij onderuit in de stuurstoel zitten. Het hondje keft vanuit de stuurhut naar mij, pokkenbeestje! Ik zie een man over het sluisterrein lopen maar het licht binnen gaat niet aan. Ondertussen ben ik redelijk afgekoeld in mijn trainingsvestje, in onze stuurhut blijft het ook stil. Ik sta hier voor piet snot. Een beetje gedesillusioneerd besluit ik met mijn kleren aan weer in bed te duiken. Opwarmen! Een paar uur later roept Henny over de intercom dat het ontbijt klaar staat. Dat komt goed uit! Na het ontbijt deelt Janarie een bericht van de schippersvereniging uit aan de andere schippers om ons heen. Daarna gaat hij boodschappen doen,op de fiets, daar is nu mooi tijd voor. De auto kan er toch hier niet af. Ik stel D voor om boven,op de wal te gaan voetballen. Tegenover het schip is een mooie lange oprit, waar we wat gaan balletje trappen. Als D een keer tegen het houten hekje aan schopt valt er prompt een wit gelakt plankje af. T die intussen ook is gearriveerd gaat daar triomfantelijk mee aan de sjouw. Op mijn uitdrukkelijk verzoek om dat plankje meteen terug te zetten gaat zij natuurlijk niet in en wil het plankje meenemen. Ik zet het plankje terug maar even later komt er een wat oudere man uit het huisje lopen en kijkt naar het los staande plankje. Als D voor een tweede keer tegen het hek aan schopt klinkt een schrille vrouwenstem die ons maant van het hek af te blijven. Ja, ja, we gaan al weg, rot hek(s)! We kopballen nog wat maar dan is D het blijkbaar beu. We gaan terug naar het schip. Ik koester me wat in de zon op de warme luiken. De kinderen hollen om me heen en soms lig ik op de luiken te stuiteren. Op een gegeven moment ruik ik dieseluitlaatgassen en als ik opkijk is het circus al aan het draaien. De sluis staat open en de later gekomen duwbootbuurman maakt plaats voor ons en andere spitsen. Ook anderen zijn aan het losmaken. Als ik naar de stuurhut loop, merk ik dat de motor al draait en Henny maakt aanstalten om los te gooien. Ho, dat is mijn werk! Hebben ze het geroken of zo? Met z'n vieren in de kleine sluis. Janarie gaat een retard-briefje halen op de sluis, om aan te kunnen tonen dat de vertraging niet aan hem heeft gelegen! Ik zie een middelgrote schildpad in de sluis, hij drijft de sluisdeur in. Ik roep de anderen, de kinderen leven meteen mee met de schildpad. Ze volgen hem met argusogen. Waar is tie, waar is tie? Als de deuren open zwaaien denken we dat hij zijn vrijheid tegemoet kan zwemmen maar door de stroming drijft hij terug de sluis in. Het eerst uitvarende schip trekt hem verder terug. Hij zwemt moedig tegen de stroom in maar dat mag niet baten. Als wij uitvaren drijft het langs ons schip en duikt onder als hij mij ontwaart. Als hij weer opduikt naast het gangboord, kan ik hem bijna pakken maar hij duikt weer onder. Ik zie hem onder water naar de achterkant zwemmen, als hij maar niet in de schroef komt. Een drama in een notendop! En dan, we varen weer, heerlijk! Als ik later een opkomende ruis door het openstaande dakluik ontwaar, stuift voor ik het weet, een groot leeg schip ons voorbij. Onze automaat probeert krampachtig ons schip op koers te houden en ik zie het roer flinke uitslagen maken. Ondertussen worden we opzij gezet. Jeetje, wat een idioot! Hij trekt een flinke golf met zich mee en het spat flink tegen de oevers aan. Een afgemeerd bootje (bateau ecole) danst hevig op en neer. Het schip vaart bijna twee maal zo snel als wij en is weldra weer uit het zicht verdwenen. In de sluis van Isle-Adam wacht een spits al op onze komst en we gaan er naast liggen. Het duurt lang eer de deuren dicht gaan. Ik hoor de buurman op de marifoon inlichtingen vragen aan de sluiswachter en uit diens antwoord maak ik op dat we terug moeten de andere sluis in want hij krijgt de deuren niet dicht. Ik trek onder toeziend oog van Janarie het schip achteruit de sluis uit. Een derde goter schip komt nog aanvaren en schuift voor ons de andere sluis in. Dat is toch weer oppassen geblazen. We schuiven er achter en de wachtende spits ook. Daarna weer verder. In Boran mag ik de kleine linker sluis nemen maar als ik daar naar toe vaar loopt de dieptemeter verontrustend terug. Nu lag er voor de wal aan de bakboordoever al een ondiepte waar ik al ruim omheen voer maar ook hier voor de sluis is het niet diep. De meeste schepen houden ook hier blijkbaar meer het midden aan. Vlak voor de sluis daalt de dieptemeter weer gelukkig en kan ik rustig invaren. We maken vast na achten onder de sluis van Creil. Even de benen strekken met de hond. Ik loop met Janarie over het kort gemaaide gras van het sluisterrein. Op een gegeven moment ziet Janarie dat Laska ergens in ligt te rollen. Het blijkt rotte vis te zijn, bah, echt smerig die lucht. Als we terug lopen stinkt het alsmaar. Laska loopt vooruit en springt het schip op, de roef in. Zou ze snel weer buiten liggen?! Dat valt mee maar Henny is niet blij met deze actie. Dekslang uit en de straal er op! Ik help Janarie ondertussen in de machinekamer met olie verversen en filter vervangen van de hoofdmotor. Het is 22.00 uur, morgen weer verder.

Woensdag 4
Op tijd weer op en buiten in de ochtend schemer. De sluislichten branden. Ik zie Janarie ook in de stuurhut. Hij duikt de machinkamer in. Ik kijk mee wat hij doet. Na wat oliepeil checken en zo start hij beneden de motor. Tevreden willen we naar boven lopen als we gelijktijdig een olielekkage zien onder het oliefilter. En niet zo'n beetje ook! Dat dacht ik al zegt Janarie. Was er gisteren niet helemaal zeker van. Snel zet hij er een kannetje onder en maakt het oliefilter weer los. Blijkbaar zit de pakking niet goed. Ondertussen hoor ik de overbuurman de sluis invaren. Missen we die ook nog! Redelijk vlot is het spul weer in elkaar gezet en goed aangedraaid. Opnieuw gestart en onder het oliefilter blijft het droog. Wij naar boven. Ik maak vast los. Vrij vlot draaien de sluisdeuren van de tweede sluis open en we zijn weer op weg. Wat een geluk dat we beneden stonden bij het starten van de motor, alle olie zou zo zijn weg gelopen, zonder dat je het zou merken! Omdat we toch niet voorbij het pand van Compiegne kunnen in verband met werkzaamheden aan een brug op woensdag, varen we maar met 750 toeren. Verschillende keren worden we voorbij gelopen. Kort na de middag arriveren we onder de sluis van Compiegne. Voor de kleine sluis liggen de schepen al vier dik en voor de grote sluis liggen ze zelfs al vijf dik. Aan de overkant lijkt nog ruimte tussen een flinke pousseur en een spits. Biede schippers pakken een touwtje aan, erg vriendelijk. De spitsenschipper is zijn spits aan het teren, zo'n echte carboleumlucht hangt de hele dag om ons heen. Soms drijft er een olievlekje om ons schip heen, hij is blijkbaar niet altijd even nauwkeurig. In Nederland zou hij al lang een bekeuring hebben gehad volgens mij. Janarie peilt de brandstof en ook de andere tank is bijna leeg. Goed dat we zo langzaam hebben gevaren anders hadden we nooit het bunkerstation boven de sluis bereikt. Janarie wil ook de tweede tank schoonmaken. Het hele tafereel van eerder herhaalt zich. Janarie maakt meteen van de gelegenheid gebruik om de aanvoer en ontluchting wat in te korten, waardoor er meer in kan en minder snel overloopt. Natuurlijk moet de tank daarna goed gereinigd worden. Ik neem daarna de kans waar om de nieuwe en oude stuw te bekijken. Voor de oude stuw wordt een nieuwe hydraulische stuw gebouwd, het meeste staat er al. Op afstand bedienbaar, heel anders dan de oude stuw. Vanaf loopbruggen worden frames in het water gehangen waar tegen dan balken worden gezet, allemaal met de hand. De onderdelen worden met karretjes op rails aangevoerd. Boven op de bovengang staan grote tandwielkasten waarmee de frames en loopbruggen opgehesen kunnen worden. Bij hoog water kunnen dus zelfs de loopbruggen omhoog gehesen worden en is de stuw geheel vrij voor de doorvaart. Een mooi staaltje ambachtelijke werktuigbouwkunde, ik geniet van wat ik zie. Janarie verteld dat de nieuwe stuwen op de Oise niet bevaarbaar zijn met hoog water. Dat is natuurlijk een blunder eerste klas. Ondertussen schuiven alsmaar meer schepen de wachtruimte binnen en maken vast aan de anderen. Bij ons liggen we al vijf dik. Hoe moet dat morgenochtend? In Nederland bepaalt de sluiswachter de invaart maar in Frankrijk doen de schippers dat zelf, ik ben benieuwd. Verder moeten de buitenste de binnenste eerst vrij maken want die gaan het eerste er in. Het bunkerstation achter de sluis bevoorraad onze buurman met een tankwagen. Kan hij dat bij ons ook niet doen roept Janarie naar Henny, dan hoeft dat morgen weer niet! Maar nee, de tankwagen is al bijna leeg en dat gaat vanavond niet meer. Dat betekend dan wel dat we morgen weer een antal schuttingen achterop komen! Ondertussen schijnt de avondzon op het water en de schepen en nip ik aan mijn witte wijn.. De teergeur drijft zo nu en dan langs mijn neus, mij hoor je niet klagen!

Donderdag 5
Om half zeven beginnen de eerste schepen zich los te maken en houden zich drijvende op het water min of meer op volgorde van het schutten. De schepen die het meest binnen in ligggen moet los en naar buiten en de andere schepen zouden eigenlijk in omgekeerde volgorde zich weer voorlopig vast moeten leggen. De kleine sluis is zo vol en de grote even later ook. Redelijk ordelijk voltrekt zich weer de trek van de lemmingen. We gaan mee met de tweede schutting van de kleine sluis. Redelijk achter de sluis is het bunkerstation. Water, een vat smeerolie en 1000 liter gasolie, de rest weer in Nederland. Dat is daar iets goedkoper. In Janville is dan weer de eerst volgende sluis en onze voorganger houdt al in. Beide sluizen worden bediend dus dat gaat wel snel. Ik probeer het schip in de bocht drijvende te houden maar ik drijf alle kanten uit. Een klein bootje drijft net voor de laatste bolder aan de kade en zit me eigenlijk in de weg. Tijdens mijn manouvreren breng ik hen een paar keer in het nauw. Dan maar terug, ondertussen komt er een uit de sluis, aan de kant! Hierdoor komt er wel een plaatsje vrij aan de kade en liggen we vooraan vast. Henny loopt naar de bakker en even later nog een keer voor sinaasappelen. Daarna door naar Bellerive. Daar schijnt het pas echt vast te lopen. Alleen de kleine sluis werkt, de grote heeft groot onderhoud. Wij hebben de vijftiende schutting! Als we rond de middag de bocht omdraaien zie ik schepen in rijen dik tegen de kant liggen. We sluiten aan bij twee afgemeerde spitsen. Als we net aan de boterham zitten willen de twee buurmannen net weg en kunnen we echt tegen de wal vastmaken. Ik maak van de gelegenheid gebruik om terug te fietsen en een te koop staande spits in Janville te bekijken. Daarna waag ik mij op het sluisterrein en tracht mij een beeld te vormen wat ze daar aan het doen zijn. De sluisdeuren worden vervangen, de oude liggen op de kant en de nieuwe liggen er naast. Beneden zijn ze de scharnieren van de deuren uit het beton aan het hakken, aan de bovenzijde zijn ze al verwijderd. Ook de drempel wordt vernieuwd. De hydrauliek is verwijderd. De sluiskolk is aan beide zijden dichtgemaakt met een kofferdam maar die lekt nog redelijk. Er is daar achter weer een muurtje gemetseld, dat het lekwater opvangt. Een pomp brengt dat weer naar buiten. Een grote hijskraan met rupsbanden hijst materiaal in en uit de bouwput. Ik loop terug, het schutten schiet niet op. De luiken zijn zo heet dat je daar niet op kunt liggen met een handdoek gaat dat wel. De tijd verstrijkt traag. Regelmatig vertrekt er een schip en komt er weer eentje uit de sluis gevaren. Pousseurs van beide zijden moeten hun bak afkoppelen en invaren en aan de andere kant weer aankoppelen. Er schijnt er zelfs eentje te zijn met een bak zonder motor. Die moet de spits er dus eerst zelf induwen en met de hand weer uittrekken, echt vooroorlogs! Dan loopt er een spits vast op de sluisdrempel en ligt het hele circus echt vast. Ik smeer me vast maar in, de zon is fel. Ondertussen komen er weer nieuwe spitsen aan, de rij groeit aan de achterkant. Rond zes, half zeven zijn wij eindelijk aan de beurt, eindelijk varen we weer. Op naar Pont l'Eveque. Een lege spits haalt ons nog in maar die gaat richting Sempigny, daar hebben we geen last van bij de volgende sluis. Als we daar rond half acht aankomen liggen er al twee spitsen, dat wordt dan de tweede schutting morgen. Echt geluk hebben we nog niet gehad maar ja. De avond zet in en de rust daalt over de omgeving. Henny gaat nog een rondje hardlopen. Ik loop nog een rondje door het dorpje langs de haven door de invallende duisternis. Ik vertrouw op mijn richtingsgevoel als ik een een soort rondje probeer te maken, maar op een gegeven moment wordt ik toch een beetje nerveus als ik niet snel genoeg de spoorbrug terug vind. Ik wil eigenlijk niet terug lopen, dat is zo mottig en vast langer. Gelukkig herken ik op een gegeven moment een oude fabrieksschoorsteen die mij weer naar het kanaal terug leid. Ik zit nog even aan dek, een aantal vogels zingt er nog flink op los. Lente zeker!

Vrijdag 6
Rond half zeven ben ik toch wakker. De sluis start om zeven uur en om half acht zijn wij aan de beurt. Een aantal sluizen omhoog dan een korte tunnel en weer omlaag. De zon komt lekker op. Dat belooft een aangename dag te worden. Janarie vaart vanmorgen en ik assisteer in de sluizen. Ik zie nog al eens dode dieren drijven in het water, herten en andere onherkenbare beesten. De opgezwollen buik omhoog. Het aantal plaatsen waar dieren uit het water kunnen klimmen is ook erg beperkt. De temperatuur stijgt snel en het wordt warm in de stuurhut. Ik ga buiten op de kraan zitten, naast de geopende deur van de stuurhut. Dat zitten wordt liggen, heerlijk in de zon. Het landschap trekt traag aan mij voorbij. We komen veel spitsen tegen, ook een aantal pousseurs. We komen op een kanaaldeel dat parallel aan de Somme loopt, een moerasachtig gebied met veel plassen, een soort wetlands. Veel water! Een zijkanaal is dicht! Erg stil. Dan weer een aantal sluizen omhoog naar een tweede tunnel toe. De temperatuur binnen en buiten loopt op naar 28 graden. Vanaf Pagny vaar ik weer een stukje. Janarie is aan de bijboot aan het werk. Ik vaar de sluizen in. Op zich niet ingewikkeld want deze zijn een stukje breder dan een spits. Bij de 3e zit Henny naast me die mee kijkt en vaar ik wat sneller als bij de eerste twee. Henny merkt de lage waterstand hier op, bijna een halve meter breed is de ecru rand boven het water. Als de kop bijna in de sluis ligt, schiet de kop de verkeerde kant op en moet ik flink bijsturen met matig succes. Het bakboordwrijfhoutje knalt dermate hard omhoog dat de touwkorf op springt en ook aan de ander kant verloopt het kontakt met de muur te hard. Henny wijst mij op de waterstand, de brede ecru band is verdwenen, blijkbaar heeft een teruglopende golf het schip de sluis ingedreven. Schaamrood op mijn kaken. Bij de volgende gaat het weer beter gelukkig. We komen niet meer bij de tunnel en we maken voor de laatste sluis vast. Na het eten duiken we in het kanaal, veel te koud natuurlijk maar wel lekker na een warme dag.

Zaterdag 7
Weer op tijd er uit. Kilometers maken, Janarie is wat stiller na al dat oponthoud van de afgelopen dagen. Ik vaar door de tunnel, op zich niet zo moeilijk: aan beide zijden is er een glijplank die het schip door de tunnel geleiden. Wel zoekt de kop steeds, het water zuigt waardoor de kop steeds van de ene naar de andere kant wil. Ik probeer steeds een beetje tegen te sturen. Halverwege de tunnel is er het bredere passeerstuk. Ik zie een tegenligger komen in de verte, het licht staat op rood. Ik probeer van de bakboordkant los te komen en naar stuurboord te gaan. Mijn pogingen zijn niet stevig genoeg en als de kont van het schip tegen de bakboordkant komt, draait de kop ook weer terug. Ik probeer het nog een paar keer zonder resultaat. Janarie heeft al lang in de gaten wat er aan de hand is, dus zegt hij dat ik het schip langzaam moet laten wegvaren van de bakboordkant. Ik doe dat blijkbaar niet goed want hij komt niet los. We varen al bijna halverwege het passeerstuk en de tegenligger komt ondertussen langzaam dichterbij. Wat kortaf instrueert hij vaart te minderen, de kont goed af te draaien en dan de kop de juiste kant op sturen en niet met de kont tegen de bakboord kant komen! Hè hé, dat werkt inderdaad, ik zit eindelijk aan de juiste kant. De tegenligger vaart nog in het smalle stuk, ik vertraag wat. Het blijkt een pousseur te zijn en ik kom eigenlijk ruimte te kort. Meer vertragen! Janarie is blijkbaar het gehannes van mij een beetje beu en stelt voor dat hij het overneemt. Vakkundig vertraagt hij verder en ziet kans vlak voor het einde van het bredere stuk, gracieus net achter de pousseur naar links op te schuiven en tijdig het smallere deel in te varen. We varen de tunnel weer uit, zeven sluizen weer naar beneden, naar Arleux. Ik ga mijn spullen verzamelen, ik wil er rond de middag weer vanaf, het is nog een flink eind rijden naar huis. Ik gooi mijn spullen in mijn auto zodat ik straks met alles in één keer van boord kan. Janarie heeft de fel begeerde vaardagen weer ingevuld! Als we verderop op een omhoog komende sluis moeten wachten, maakt Janarie het schip vast, ik neem ondertussen afscheid en zetten we mijn auto met de kraan op de kant. Als de deuren open gaan, maakt hij al weer los en vaart hij er alweer in de sluis. Zwaaien en naar huis!

Zondag 8
We varen vandaag naar de grens. De paasvakantie zit erop. Het leek verdraaid veel op een zomervakantie zulk mooi weer is het dag na dag. Vanaf nu begint het heen en weer rijden opnieuw. Voor we de kinderen naar internaat brengen gaan we eerst naar Oma. En we nemen de post mee. 't is veel deze keer. Als we terug aan boord zijn komt niet veel later ook een nieuwe aspirant matroos een snuffel stage doen. Alain, Een Franstalige zuiderbuur.

Maandag 9
Die valt met zijn neus in de boter, want ik heb vandaag een vergadering en vertrek 's ochtends met de auto die we maar aan de wal hebben laten staan. Henny geeft hem voor vertrek nog een spoed cursus touw vastmaken, want over 5 minuten kan hij aan de bak. Als ik 's avonds in Terneuzen terug aan boord kom varen we nog even over naar Hansweert. Alain is erg onder de indruk van zijn eerste dag varen en zeker de afsluiter met de voorbij varende zee schepen.

Dinsdag 10
Deze reis heb ik de planning nogal eens moeten aanpassen. Het begon al met de treinen die eerst geladen moesten. Daarna feestdagen, stakingen, stremming en extreme drukte. Inmiddels staat de Rijn ook extreem laag. We kunnen nog op de losplek komen, maar tegen dat we moeten lossen liggen we precies op waterstand. En dat met een diepgang van een Franse spitsensloot. Op de Maas is werkelijk niets te merken van een klein beetje tegenstroom. De stuw in Lith laat geen druppeltje water door. Alain krijgt ondertussen al een beetje handigheid in vastmaken en losgooien. Hij heeft merkbaar weinig moeite om te werken met de touwen. Dat komt omdat hij voor zijn huidige werk ook regelmatig met touwen moet werken. Hij heeft namelijk een tuin onderhoudsbedrijf. En bij het werken aan hoge bomen komt ook touwwerk aan de winkel. Hij laat op zijn telefoon een foto zien waar hij boven in een boom aan het werk is. Wauw, Daar ben ik dan weer van onder de indruk.

Woensdag 11
We staan morgen vroeg pas op de planning om te lossen. Dan kunnen we nu mooi de voorraden aanvullen. Indrukwekkend om te zien is dat de Waal erg laag staat (wel 8 meter lager dan in januari). Overal prachtige stranden tussen de kribben. Alle schepen varen inmiddels met de ijkmerken een flink stuk boven het water oppervlak. Wat mij positief op valt is dat er eigenlijk helemaal niet gemopperd wordt over de marifoon. Normaal gesproken en zeker met laag water als het vaargeultje dat overblijft aanmerkelijk smaller is hoor je nogal eens een scheldkanonnade. Misschien omdat met zich nu realiseert dat dit laag water een welkome adempauze geeft aan de donkere tijden die de Rijnvaart doormaakt.

Donderdag 12
Dat zal je altijd zien, net nu ik gehoopt had nog naar een vergadering te kunnen gaan loopt hier de planning vreselijk uit de hand. Terwijl die doorgaans bovengemiddeld betrouwbaar is. In de wachttijd oefenen Alain en ik het splitsen van paalogen en wrijfhout touwen. En dat is best lastig. Ook voor mij want ik moet bekennen dat het begin van een splits leggen nog steeds niet met mijn ogen dicht kan. Als we eenmaal dan aan de beurt zijn is ons scheepje ook zo leeg. Dan zoeken we een mooi plekje om het schip voor de rest van de dag te parkeren. Dan kunnen we inclusief Alain mooi nog een staartje van de shipping beurs in Gorinchem mee pikken. Dat is een weerzien van veel bekenden. Waaronder ook een vergaderpartner van vanmorgen. Ja sorry, Ik ben maar 8 uur te laat zeg ik snel.

Vrijdag 13
Eigenlijk zou Alain vandaag weer naar huis gaan, maar het varen bevalt hem zo goed en vooral het vooruitzicht dat als hij nog een dagje blijft ook het laden nog kan meemaken, doet hem besluiten nog een dagje extra te blijven. In Tiel varen we zo door de sluis. Door het lage water kunnen beide deuren open. Als de kinderen uit zijn kunnen we ze zo ophalen, leuk als het zo uitkomt. Daarna door naar IJmuiden. Das een tegenvaller. Dacht ik dat een toffe band vanavond in Amsterdam speelde. Blijkt dit een heel andere band met dezelfde naam.

Zaterdag 14
Men zegt wel eens dat wij een klein schip hebben, toch moeten wij deze reis twee losplekken aan doen. Dat is echt iets heel bijzonders voor ons. Het meest bijzondere is wel dat onze buurman met net zo'n schip als wij ook precies dezelfde twee losplekken moet aandoen. Alain zegt dat hij niet voor niets is gebleven en maakt veel foto's van het rollen laden. Eenmaal geladen terug in Amsterdam wordt Alain opgehaald door een delegatie die van de gelegenheid gebruik maken om dan vanmiddag onze hoofdstad te bezoeken. Wij varen verder naar de thuisbasis.

Reactie van
alain ( Polo)
dank u voor het journaal

Zondag 15
Omdat de Franse sluiswachters alweer een stakingswaarschuwing hebben afgegeven voor volgende week, maken we ons dit weekend in ieder geval niet druk en blijven lekker liggen. We trekken met de auto naar Nijmegen. Henny doet mee aan de Marikenloop, ze finisht de 10 km met een betere tijd als vorig jaar, chapeau.

Maandag 16
Als we wat meer op open water komen merk je beter dat het eigenlijk best stevig waait. Dan misschien weer eens over Antwerpen varen? Voor Vlissingen is een windwaarschuwing afgegeven. Nu hoeven we daar wel niet te zijn, maar het geeft wel een indicatie. Bij het luisteren van het uurbericht van Verkeerspost Wemeldinge blijkt de wind daar wel mee te vallen. Plus dat de wind naar morgen vroeg af zal nemen. En tegen de tijd dat wij daar zijn het water al zover gezakt zal zijn dat we van de zandplaten een mooi oppertje krijgen. Nou voorruit dan zullen we maar via de Zeeuwse stromen varen. En eigenlijk viel het wel mee ook. Alleen bij het binnendraaien van de Witte tonnen Vlije rolde het schip een paar keer flink heen en weer. De lading gelukkig niet.

Dinsdag 17
Vandaag de andere zee arm . De wind is inderdaad een stuk minder als gisteren. In Terneuzen zijn twee bekende spitsen ook rollen staal aan het laden. De ene ligt zo scheef als een krab, maar het vreemde is dat de kraan er de hele tijd werkeloos bij staat. Blijkt dat de stuwadoors zijn gaan koffie drinken en het niet de moeite vonden of niet de beleefdheid hadden om dat te gaan doen als het schip recht ligt. Wij varen vast verder, dan komen de buren er zo achteraan. Tenminste dat was de bedoeling, maar 's avonds zijn ze nog steeds niet bij. Of zouden ze om ons in de maling te nemen in tegenstelling tot wat afgesproken was over de Leie gegaan zijn?

Woensdag 18
Nee, ze zitten wel achter maar het laden duurde aanzienlijk langer. De afgekondigde staking van Franse sluiswachters ging deze keer niet door. Dat heeft als gevolg dat het nu helemaal niet druk is en nergens hoeven aan te schuiven. En zo liggen we 's avonds alleen voor het Canal du Nord.

Donderdag 19
Tegen de middag even stoppen om de auto aan de wal te zetten. Die zijn vast een dag in de war zal men denken, maar T heeft vandaag een soort ijk dag. Dan draait ze een dag mee op school en is de “mobiele kleuter juffrouw”van de LOVK daar ook om te beoordelen hoe ze mee draait in de klas. Ik vaar in mijn eentje verder en worstel me tegelijkertijd door wat vakliteratuur.

Vrijdag 20
Vanmorgen iets later vertrokken als eigenlijk de bedoeling was. Ik was gisteravond boven de sluis blijven liggen en nu was ik niet op tijd aan de volgende sluis. Op zich niet erg, maar nu waren twee hotel spitsen me achterop gekomen, waarvan er maar eentje mee kon schutten. Dat is vervelend. En precies iets wat de vrachtvaart de passagiers en pleziervaart vaak verwijt. Voor je neus vertrekken en dan kun jij op de volgende schutting liggen wachten. Maar deze keer was het andersom. Sorry.

Zaterdag 21
In Compiegne varen we nu voor de eerste keer onder een nieuwe brug door. Wat mij nogal verbaasd is dat eigenlijk maar één opening gebruikt kan worden. De opening aan de andere kant van de pijler is een stuk lager. Nu is er dus een extra bottleneck gecreëerd en dat met het oog op de grote Seine Nord verbinding lijkt me dat weer niet zo handig gedaan. Los van dat. Een brug met een midden pijler bouwen in een smalle rivier waar veel vaart is en overstromingsgevoelig is, is met de huidige technieken toch niet meer nodig. Met de buren blijven we in Pontoise liggen. Morgen varen we alle 3 naar onze losplek. We hebben ook alle 3 verschillende losplekken en ook verschillende vertrektijden. Diegene die het vroegst vertrekt lig buitenop.

Zondag 22
Ik hoor de buren vertrekken kijk op de wekker en draai me nog eens om. Een uurtje later is het onze beurt. We doen zo zachtjes mogelijk om de andere buren niet wakker te maken. In Gennevilliers zoeken we een plekje en brengen de kinderen terug.

Maandag 23
Ik wordt vanmorgen wakker van de kraan die in de loods heen en weer rijdt. Vlug uit bed. Blijkt dat de kraanmachinist al 3 rollen gelost heeft. Echter ook ééntje die door naar Evry moet. En de kraanmachinist weet niet meer waar hij die precies heeft neergezet. Gelukkig zijn er etiketten op geplakt en is de bewuste rol snel genoeg gevonden en wordt terug in het schip geplaatst. Een uurtje later zijn er 11 gelost en gaan we met de rest door naar Evry. In Parijs varen we de Bras de Monnaie in. En zie ik 3 maal rood/wit/rood borden aan de Pont Neuf hangen? HUH? Heb ik soms een bericht aan de schipperij gemist? Achteruit draaien en er terug uit en via Bras de la Cité. Maar daar is nu net het licht rood gegaan en moeten we 40 minuten wachten op de volgende alternat. Mooi de tijd om eens bellen met de brigade fluviale hoe het zit. Ja dat klopt meneer de Monnaie is afgesloten voor de afvaart. Maar mevrouw, dat is altijd zo en ik ben opvarig. O, maar daar weten wij niets van. We gaan meteen kijken en bellen zo terug. En er komt niet veel later een zodiac van de brigade fluviale met grote snelheid langs gevlogen. Daarna een VNF bootje met zwaailicht. Een half uurtje nadien belt de mevrouw terug en weet te melden dat de Bras de Monnaie gewoon open moet zijn, maar dat een privé bedrijf dat werkzaamheden voor de VNF uitvoert per abuis de vaart gestremd heeft…….

Dinsdag 24
Nu snap ik waarom ze ons gisteravond nog graag wilden lossen in Evry, want nu liggen er wel 2 pousseurs bij de hangar om te lossen. Het ging gister zo vlot dat ik niet had durven hopen om beide losplekken op dezelfde dag aan te doen. Dat is vaker als je geen haast hebt, dan loopt alles op rolletjes.

Woensdag 25
Ze zijn hier bij de “container terminal” bomen in containers aan het laden. Die containers gaan dan later per schip naar Le Havre en dan per zeeschip naar China. Hebben ze daar geen bomen dan? Alleen bamboe, geen eiken antwoord de man.

Donderdag 26
Shit, net nu we de roef wilden gaan schilderen is de wind gedraaid en krijgen we alle troep van de bomen naar ons toe gewaaid. Want ze zijn ook vandaag zoet met containers vullen. Dan gaan we maar een stukje verhuizen naar een minder stoffig plekje. Daar maken we de roef weer wit. Het was vijf jaar geleden voor het laatst gedaan en dat kon je zien.

Vrijdag 27
Voor dag en dauw vertrekken we met de auto om naar de kinderen te gaan. Ondanks het absurd vroege uur zijn de autowegen rond de Franse hoofdstad reeds goed gevuld. M heeft met haar klas een optreden voorbereid die ze nu in de gymzaal ten uitvoer brengen.

Zaterdag 28
Bij het Aqua kids voetbal toernooi nemen de meiden van Vreeswijk met trots de beker mee naar huis. De vaders doen het een stuk minder. Het positieve is wel dat er ten opzichte van vorig jaar progressie te zien is

Zondag 29
We doen bij oma thuis wat klusjes en spelletjes en gaan op verjaardagsvisite.

Maandag 30
We brengen vandaag samen de kinderen naar school. Niet dat ze vandaag les krijgen hoor. Ze gaan op schoolreisje. M, D en T gaan alle drie ergens anders naar toe.

Dinsdag 31
Het waait stevig. NW5. Een mooi windje om te gaan zeilen. Zus heeft een Lemster aak gehuurd en wij varen een paar dagen mee. Buiten Stavoren stampt het lekker en maken flink slagzij. Laska heeft het minder naar haar zin. En bij de zoveelste golf strooit ze haar maag inhoud over dek. Je kunt van een hond niet verwachten dat ze dat netjes over de reling doet. Later neemt de wind wat af. De golven worden steeds kleiner, maar dat komt ook omdat we opper krijgen van de afsluitdijk. In Makkum overnachten we op de remming voor de sluis. Sluiten de dag af met een wandeling door het dorp

Reactie van
bert van der tang
Visdief? bij ons (in de haarlemmermeer) zien visdiefjes er toch anders uit. En inderdaad, over Laska, onze hond had destijds ook geen prettig gevoel bij het zeilen..

Reactie van
Janarie
Heel scherp opgemerkt Bert.
In Friesland zien de visdieven er ook anders uit. Eigenlijk is het een Grutto, maar ja dan slaat het commentaar bij de volgende foto nergens meer op.

 April
2011
  
 Juni
2011